Bouwinspecteurs

Spouwanker onderzoek

Wat houdt een Spouwanker onderzoek in?

Het spouwmuur(anker) onderzoek geeft informatie over de staat van het binnen- en buitenspouwblad en eventuele metselwerkondersteuningen. Verder wordt gekeken naar de aanwezige isolatie of de mogelijkheid voor welk type isolatie kan worden toegepast, ventilatie en uitwateringsvoorzieningen, lekkage gevoelige detailleringen, aanwezigheid (hoeveelheid /m2) en de conditie van spouwmuurankers. Hierbij wordt vastgesteld of aanvullende verankering of renovatie­werk­zaamheden op korte termijn aan de gevels noodzakelijk zijn. Op basis van de onderzoeksresultaten worden hersteladviezen, spouwankerberekeningen en een globale kostenraming afgegeven.

De afgelopen jaren hebben zich diverse calamiteiten voorgedaan met metselwerk kopgevels in Neder­land. De Onderzoeksraad voor Veiligheid heeft in 2006 een onderzoek uitgevoerd naar de veiligheids­problemen met gevelbekleding. Vervolgens heeft VROM-Inspectie in 2007 een signaal afgege­ven waarin gemeenten de opdracht kregen om gevaarlijke gevels (met name gebouwen gebouwd tussen 1940-1980 van vier verdiepingen of hoger) te laten inspecteren, gebouweigenaren te infor­meren en indien nodig de gebouwen te laten renoveren.

Werkwijze
Kopgevels worden conform het SBR-protocol ”constructieve veiligheid van gevels” destructief onderzocht en onder­worpen aan een visuele inspectie m.b.v. een hoogwerker of met een aanwezige bouwsteiger.

Met een Elco­meter (metaaldetector) worden de locaties en de hoeveelheid spouwankers per geveldeel in kaart gebracht. Het aantal spouwankers per m² wordt getoetst aan de huidige geldende normering. Vervolgens wordt ter plaatse van één of meerdere spouwankers volgens het SBR-protocol ”constructieve veiligheid van gevels” een metselsteen verwij­derd om de kwaliteit van het spouwanker (materiaal, verankering en diameter) en de opbouw van de spouw te kunnen bepalen.

De voeghardheid wordt, indien noodzakelijk, gemeten met de Pendelhamer (terugslaghamer) volgens CUR-Aanbeveling 61.

Tijdens het uitnemen (uitboren) van een metselsteen wordt over het algemeen al een indruk ver-kregen over de hechtsterkte van de metselmortel. Wanneer getwijfeld wordt aan de hechting en hardheid van de metselmortel kan aanvullend onderzoek met een zogenoemde hefboomproef uitgevoerd wor­den.

Wanneer sprake is van metselwerk­ondersteuning dan wel zichtbaar of verborgen, wordt ter plaatse van deze ondersteu­ning één (of meer) metselstenen verwijderd om een beeld te krijgen van de staat waarin de met­selwerkondersteu­ning zich bevindt.

De uittreksterkte van de spouwankers uit het binnenspouwblad wordt in eerste instantie beoordeeld door handmatig aan het vrijgemaakte spouwanker te trekken. Indien het spouwanker en de veran­kering in een goede staat verkeren, kan aanvullend een trekproef worden uitgevoerd. Dit om te bepalen wat de bestaande ankers daadwerkelijk aan uittreksterkte bezitten. Deze uittrekkracht kan ertoe leiden dat uit de berekening blijkt dat géén renovatiespouwankers moeten worden toegepast.
Wanneer blijkt dat wel renovatiespouwankers moeten worden toegepast/bijgeplaatst, deze rekenkundig in mindering kunnen worden gebracht op de totaal vereiste hoeveelheid.

Door de verankeringslengte van het spouwanker in de voeg van het buitenblad te bepalen, kan de kwaliteit van de verankering in het buitenspouwblad worden bepaald.

In eerste instantie wordt door het besproeien van de gevel, met een spuitfles, indicatief de permeabili­teit (waterdoorlatendheid) van het gevelmetselwerk beoordeeld.

Bouwinspecteurs Nederland landkaart

Aanvraagformulier